"Een land van tarwe en gerst, van wijnstokken, vijgenbomen en granaatappelbomen, een land van olijven en honing."
Planten van de Bijbel
Israël heeft zo'n 2856 plantsoorten, en ongeveer honderd tien plantennamen worden in de Bijbel genoemd. Sommige zijn vaak genoemd, sommige wat minder, en sommige slechts een keer.
De identificatie van de planten heeft voor bijbelse botanici tot problemen geleid, want de schrijvers van de Bijbel waren geen botanici.
De eerste poging om deze flora te classificeren is in Genesis 1:11-12 God zei: ‘Overal op aarde moet jong groen ontkiemen: zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten dragen met zaad erin.’ En zo gebeurde het.
De aarde bracht jong groen voort: allerlei zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten droegen met zaad erin. En God zag dat het goed was.
In het verhaal van de schepping is er slechts een algemene botanische scheiding gemaakt, dat wil zeggen: (1) gras - Deshe (דשא), betekent alle lage planten, b.v., Cryptogamae, (2) kruiden - 'esebh (עשב), met inbegrip van kruidachtige planten, (3) fruitboom - etz pri (עץ פרי), die alle bomen omvat.
Planten uit de Bijbel:
Een alfabetische lijst van Bijbelse planten met Nederlandse namen
Klik op plantnaam om de corresponderende plant informatie pagina en Bijbel bronnen te zien.
- Abrikoos, Prunus armenica
- Acacia, Acacia tortilis
- Acanthus, Acanthus syriaca
- Akoub, Gundelia tournefortii
- Aleppoden, Pinus halepensis
- Alkanna, Alkanna tinctoria
- Aloë, Aloe vera
- Alruin, Dudaïm, Mandragora autumnalis
- Alsem, Artemisia arborescens
- Amandel, Amygdalus communis
- Anemoon, Anemone coronaria
- Appel
- Balsemboom, Commiphora abyssinica
- Biezen, Papyrus, Cyperus papyrus
- Bittere Kruiden, Reichardia tingitana
- Bittere Kruiden, Cichorium endivia
- Blizekruid, Hyoscyamus aureus
- Boksdoorn, Lycium europaeum
- Braam, Rubus sanguineus
- Brandnetel, Urtica pilulifera
- Brem (witte-), Rotem, Retama raetam
- Ceder, Cedrus libani
- Christusdoorn, Jujube, Rhamnus spina-christi
- Cistroos, Cistus incanus
- Citroen, Citrus medica
- Cypres, Cupressus sempervirens
- Dadelpalm, Phoenix dactylifera
- Egyptische vijgenboom, Wilde vijgenboom, Ficus sycomorus
- Eik, Quercus aegilops
- Eik, Quercus boissieri
- Eik (Kermes-), Quercus calliprinos
- Eik (Portugese-), Quercus infectoria
- Eik (Tabor-),Quercus ithaburensis
- Engelse zachun oil tree, valse balm van Gilead of Jericho balsem, Balanites aegyptiaca
- Eruca, moeskruiden, Eruca sativa
- Eufraatpopulier, Populus euphratica
Er zijn geen “F” namen.
- Gedoornde pimpernel, Sarcopoterium spinosum
- Gerst, Hordeum vulgare
- Gevlekte Scheerling, Gal, Conium maculatum
- Gouddistel, Scolymus maculatus
- Granaatappel, Punica granatum
- Groot kaasjeskruid, Malva sylvestris
|
- Herik, Sinapis arvensis
- Hertsmunt, Mentha longifolia
- Hysop, Marjolein, Majorana syriaca
Er zijn geen “I” namen.
- Jericho balsem, Balanitesaegyptiaca
- Johannesbroodboom, Ceratonia siliqua
- Judasboom, Cercis siliquastrum
- Jujube, Christusdoorn, Rhamnus spina-christi
- Kaasjeskruid, Malva nicaeensis
- Kaasjeskruid (Groot), Malva sylvestris
- Kalmoes
-
- Kamille, Anthemis palestina
-
- Kaneelboom, Cinnamomum zeylanicum
- Kapper, Capparis spinosa
- Kleine brandnetel, Urtica urens
- Kogeldistel, Echinops viscosus
- Kogeltjesbrandnetel, Urtica pilulifera
- Kolokwintkomkommer, Citrullus colocynthis
- Late stekelnoot, Xanthium strumarium
- Laurier, Laurus nobilis
- Lelie, Lilium candidum
- Libanonceder, Cedrus libani
- Lisdodde, Typha domingensis
- Loogkruid, Anabasis articulata
- Marjolein, Hysop, Majorana syriaca
- Mariadistel, Silybum marianum
- Mastiekboom, Pistacia lentiscus
- Melde (Job 30: 4), Atriplex halimus
- Mirre, Commiphora abyssinica
- Mirt, Myrtus communis
- Moerbei (Witte), Morus alba
- Moerbei (Zwarte), Morus nigra
- Moeskruiden, Eruca, Eruca sativa
- Mosterdzaad, Zwarte mosterd, Brassica nigra
- Narcis, Narcissus tazettas
- Oleander, Nerium oleander
- Olijfboom, Olea europaea
- Oosterse plataan, Platanus orientalis
- Papyrus, Cyperus papyrus
- Parasolden, Pinus pinea
- Pijlriet, Arundo donax
- Prei, Allium porrum
Er zijn geen “Q” namen.
|
- Riet, Phragmites australis
- Salie (Dominicaanse -) Salvia dominica
- Sandelboom, aloëboom, Aquilaria agallocha
-
- Schietwilg, Salix alba
- Sodomsappel, Calotropis procera
- Spaanse Gouddistel, Scolymus hispanicus
- Spaans knoopkruid, Centaurea iberica
- Specerij, Commiphora abyssinica
- Stokroos, Althaeasetosa
- Storaxboom, Styrax officinalis
- Strandnarcis, Pancratium maritimum
- Syrische distel, Notobasis syriaca
- Syrische zilverspar, Abies cilicica
- Tamarisk, Tamarix aphylla
- Tarwe, Triticum aestivum
- Terebint, Pistacia atlantica
- Terebint, Pistacia palaestina
- Tulp, Tulipa agenensis, Tulipa sharonensis
Er zijn geen “U” namen.
- Viburnum, Viburnum tinus
- Vijgenboom, Ficus carica
- Vlas, Linum
- Werveldistel, Gundelia tournefortii
- Wierookboom, Boswellia sacra
- Wijnstok, Vitis vinifera
- Wilde vijgenboom, Egyptische vijgenboom, Ficus sycomorus
- Wilg, Populus euphratica
- Winterwijnruit, Ruta chalepensis
- Witte abeel, Populus alba
- Wit bilzekruid, Hyoscyamus albus
- Witte lelie, Lilium candidum
- Witte Moerbei, Morus alba
- Witte mosterd, Sinapis alba
- Witte waterlelie, Nymphaea alba
- Woestijnmelde, Atriplex halimus
- Wonderboom, Ricinus communis
Er zijn geen “X” namen.
Er zijn geen “Y” namen.
- Zeenarcis, Pancratium maritimum
- Ziltige kruiden (Job 30: 4), Atriplex halimus
- Zwanenbloem, Butomus umbellatus
- Zwarte Moerbei, Morus nigra
- Zwarte mosterd, Brassica nigra
|
|
|
|